Gewoon Groen

FullSizeRender-6
(leesbaar artikel volgt later)

Afgelopen vrijdag was ik voor de tweede keer dit jaar in Brunssum. De eerste keer liep ik er met Runner’s World over de finish, dit keer dronk ik bij de start koffie met Dagblad De Limburger. Koffie vooraf aan een mooie etappe door het Limburgse land. Een etappe die ik deels samen liep met Mike van Funning, waarmee de afspraak om in Limburg samen te lopen al een tijd stond. Het tweede deel van de etappe liep ook Leon mee, een vriend van me die al eens eerder meeliep. En een extra eervolle vermelding is er voor Rowan, met 16 jaar de jongste hardloper tot nu toe ‘op de rand’. Samen lopen, met oude en nieuwe bekenden, was altijd al leuk maar zo naar het einde toe van dit grensproject ben ik nog veel blijer met gezelschap. Slechts 15km liep ik vrijdag alleen, en toen werd ik vermaakt door fraaie uitzichten, opvallende plaatsnamen en typische tafereeltjes.

Heel veel ‘verhalen’ kwamen we niet tegen onderweg. Op de bijzondere grenspaal en het toeristische bord in Susteren na; op de plek waar de meest westelijke punt van Duitsland en ‘het smalste stuk van Nederland’ elkaar raken. En verder? Geen toeristisch borden. Geen andere bijzondere of mooie grenspalen, ondanks dat we tientallen kilometers óp de grens liepen. Geen uitleg of verhalen ‘langs de weg’ over de roerige tijd die deze grensstreek tijdens oorlogen en andere jaren heeft gekend. Daar waar de Brabants-Belgische collega’s, met name in de Kempen, overal borden hebben neergezet en thematische routes hebben uitgestippeld, hier niets van dit alles. Jammer? Een beetje wel. Maar toch ook weer niet, dit deel van Limburg is gewoon zoals het is. En ergens voelde dat goed.

Dat gevoel, het is hier gewoon zoals het is, had ik eerder ook in Twente. Hoewel je daar wel veel toeristische borden, routes en ‘uitspanningen’ langs de wegen vindt, is het ook daar gewoon zoals het is. Groen is groen, rust is rust, een dorp is een dorp, en bos is bos. Hoewel ik niet van hokjes hou, komen Midden-Limburg (of zoals de finishbier-kroegbaas het zei: Zuidelijk Midden-Limburg), Twente, Noord-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen bij mij in het hokje “gewoon mooi, groen en rustig.” En met name het ‘gewoon groen’ beviel me goed. Want Nederland is op heel veel plekken groen, maar lang niet overal ‘gewoon groen’. Op heel veel plekken waar ik kwam, was de natuur prachtig. Overweldigend zelfs in sommige gevallen. Maar toch had ik vaak het gevoel dat ik het groen en de natuur ‘in liep’. Een hek door. Dit mag wel, dit mag niet. Dit loopt hier rond, kijk uit! Niet lopen buiten de paden. Niet mountainbiken. Geen kampvuur. De vogels niet storen tussen maart en september. Ik ging vaak letterlijk de grens over van ‘gewoon land’ naar een natuurgebied. En begrijp me niet verkeerd; sinds ik weer vaker hardloop ben ik natuur en het werk van Natuurmonumenten (Hallo Meneer Frans, ik ben en blijf groot fan, dat weet u hè!?), Staatsbosbeheer en de waterschappen alleen maar meer gaan waarderen. Maar toch had ik vaak het gevoel ‘een attractie’ in te lopen. Een lege attractie welteverstaan want ooh wat kwam ik weinig mensen tegen. Afgeschrikt door alles wat niet mag? Afgeschrikt door de parkeerkosten? Of gewoon thuis op de bank en niet wetende wat voor een geweldige natuur er om de hoek ligt?

Terug naar Limburg. En Twente, Noord-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen. En, voordat jullie zeggen ‘ja logisch daar is de ruimte’, terug naar de Randstad want ook bijvoorbeeld Waterland en hele stukken IJmeer-kust passen in dat hokje. Het hokje ‘gewoon groen’, waar we vrijdag 41 kilometer lang doorheen renden. Gewoon natuur. Geen hek. Geen regels. Gewoon groen, omdat het er is. Af en toe een provinciale weg er dwars doorheen, een stad, een dorp, een boerderij, wat landbouw en een wei. Oh ja, en nabij Brunssum een NATO-basis en in de verte wat industrie. Want de economische schoorsteen van Limburg heeft het al zwaar genoeg en moet wel een beetje blijven roken. Maar verder gewoon groen dus. Voor Mike en Rowan, beide ‘locals’ tijdens de etappe van Brunssum naar Maria-Hoop, was dat allemaal vanzelfsprekend. Voor mij niet, want zoals ik ze uitlegde tijdens het lopen; ik zag het afgelopen jaar op De Rand van het Land dus vooral heel veel ‘gereguleerd groen’. Gereguleerd Groen om in te wandelen op zondagmiddag. Wat dan ook sporadisch gedaan wordt, want heel soms zag ik mensen.

Ergens is er natuurlijk een omslagpunt. Beschermen we het groen en de natuur niet, dan ligt er straks overal asfalt of groeien de megastallen boven de bomen uit. Geven we de vogels geen rust, dan wordt het luisteren naar Vroege Vogels ook minder leuk. Natuur moet natuurlijk blijven. Maar wel met de juiste reden. Behoud van natuur is verdomd belangrijk, maar er zélf van kunnen genieten, is het allerbelangrijkst. Natuur is er niet om er mooie BBC- en EO-series van te maken. Natuur en groen moet er gewoon zijn. Gewoon om in te leven en wonen. Om doorheen te rijden. Om in te spelen, in te kloten en struinen of desnoods in te golfen. Gewoon groen om in te lopen, te fietsen, te mountainbiken en zelfs gewoon gewoon groen om in te motorcrossen, zoals ik dat in Twente zag. Gewoon lekker allemaal doen in het groen. Weg die hekken, weg die grens. Stem op Gewoon Groen! En kom na het stemmen dan van je luie reet en wandel er eens doorheen. Gewoon Groen, Gewoon Doen!

Deze blogpost is onderdeel van #DeRandvanhetLand; een hardloopproject waarbij ik samen met anderen een jaar lang rennend de grenzen verken van ons land, en van onszelf… Meer over het hoe en waarom van #DeRandvanhetLand lees je hier, alle verslagen via de homepage. Live-foto-verslagen op Instagram, videotimelaps via YouTube.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s