Niets gezocht, toch gevonden

Zelden had ik zo weinig zin. Toen de wekker ging, vanmorgen om 6.00u. Nog steeds ’n beetje kwakkelend maar ik sleepte mezelf toch via ’t ontbijt en de sanitaire verplichtingen naar de auto. Met Jeroen van Inkel op de achtergrond in ’n soort zombie-stand naar Brielle. Vanaf daar met twee bussen, via Zuurland en Hellevoetsluis, naar dé plek. Voor hen die het toen niet gelezen hebben; de plek waar ik na ’n eerdere etappe bijna van m’n stokje ging en door noodweer onderkoeld in een politiebusje terecht kwam… Hoe dichter ik vanmorgen bij dé plek kwam, hoe meer ik me begon af te vragen of ik daarom misschien vanmorgen geen zin had gehad. Ik had zelfs wat buikpijn toen ik uit de bus stapte. Precies bij de halte waar de vorige keer geen ruimte voor me was om te schuilen. Het deed me meer dan ik had verwacht.

In m’n hoofd gebeurde er van alles. Voor mij was er op die rare dag in juli geen plek om te schuilen. Ik raakte onderkoeld en werd bijna afgevoerd. Maar toen kwamen er mensen die me hielpen. Die me gerust stelden en me een warme douche, droge kleren, onderdak en ’n biertje gaven. Helpen en geholpen worden als het nodig is. Dat gebeurde op die bewuste dag, en vast ook eerder, op de Vrijheidsweg. Dat die straat zo heet ontdekte ik overigens vanmorgen pas. En ik kon het niet laten om na te denken over de vluchtelingen uit oorlogsgebieden, op zoek naar vrijheid. Op zoek naar hulp. Met een nog grotere knoop in m’n maag maakte ik m’n veters vast, zette ik m’n loophorloge aan en ging van start.

En toen ging ik rennen…

Zelden kwam de runner’s high zo snel. De zon. De zee. De duinen. De fraaie paden. De kleurrijke struiken. En de eindeloze stilte. Ik was nog geen 200 meter van start en wilde nooit meer stoppen. Het uitzicht werd na een tijdje wat minder. Maar ook de zilveren gloed over de Haringvliet, de paadjes rond Rockanje en zelfs de Maasvlakte in de verte zorgden voor een permanente glimlach op m’n gezicht. M’n hoofd raakte leeg en stroomde daarna weer vol met ideeën en heldere gedachtes. Ik moest weer denken aan twee vragen van Ramiro van vorige week.

“Of ik De Rand van het Land ga missen, als ik over een kleine 100 dagen klaar ben?” Het logistieke gedoe zal ik zeker niet missen, de rest wel. Het genieten van de nietigheid. Het biertje achteraf. Het gevoel van vrijheid. En ontdekken hoe ontzettend mooi Nederland is ‘op de rand’, en de bijhorende verhalen die daar liggen evenzo. Hoewel ik niet ‘op zoek ging’, heb ik toch een hoop gevonden.

En…,

“Wat was de mooiste of meest bijzondere etappe, tot nu toe?” Het meest bijzonder was de etappe van Vrouwenpolder naar Ouddorp, toen het dus even mis ging. Maar er vandaag terugkomen was eigenlijk nog veel mooier. Met een storm in m’n kop en een knoop in m’n buik, maar toch terug naar dé plek. Onbewust over m’n eigen grens. Om vervolgens terug te rennen naar huis. En met de zon op en ìn m’n kop en zonder dat ik ‘iets zocht’ ontdekken dat ik nog steeds gelukkig ben. Soms is er een buitje of zelfs noodweer voor nodig om dat te beseffen.

Deze blogpost is onderdeel van #DeRandvanhetLand; een hardloopproject waarbij ik samen met anderen een jaar lang rennend de grenzen verken van ons land, en van onszelf… Meer over het hoe en waarom van #DeRandvanhetLand lees je hier, alle verslagen via de homepage. Live-foto-verslagen op Instagram, videotimelaps via YouTube.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s