Ik krijg de vraag nog steeds. Waarom? Waarom ik loop had ik al eens proberen uit te leggen. Waarom dit project ook. Maar het blijft een terugkomende vraag. En hoewel er vast heel veel antwoorden zijn, van mid-life-crisis tot ‘gewoon, daarom’, begint er toch langzamerhand een rode draad te komen in m’n etappes en dat wat ik letterlijk en figuurlijk tegenkom. Het doet te kort aan waarom hardlopen (in het algemeen en op #DeRandvanhetLand) zo bijzonder is, maar als ik het nu zou moeten samenvatten zou ik zeggen: ontdekken en nietigheid.
Naast de vraag ‘Waarom?’, krijg ik ook geregeld de vraag ‘Maar waar denk je dan aan, al die uren?’. Ook dat antwoord is lastig en divers. Natuurlijk, hardlopen maakt m’n hoofd leeg, het ontspant. Het creëert ruimte voor ideeën. En ruimte voor piekeren en dagdromen. Maar gelukkig, want anders zou ik gek worden, gaan die dagdromen bijna altijd over andere mensen en dingen die ik zie. Over de nieuwe stukken Nederland. De geschiedenis die vaak nog aanwezig is op grensplekken. De natuur. De mensen die ik tegenkom en die ‘Hoi’ zeggen. De oude vrouw die de bus pakt. Het gezin op de dijk. Allemaal mensen. Allemaal met hun eigen leven. Hun eigen problemen. Hun eigen genot. Allemaal anders. Op andere plekken. En allemaal een heel ander leven dan ik, de passant. Maar toch allemaal hetzelfde. Alles, en niets.
Ik ga dit jaar vaker proberen om concreet antwoord te geven op Waarom-achtige vragen. Intussen verzamel ik ervaringen, ontdekkingen en inspiratie. Hans Koelemans Het Blauwe Uur inspireerde me om On the Road te herlezen. Dat bleek het laatste zetje om m’n #DeRandvanhetLand-project op te zetten. Ook in de heruitgave van Jan Knippenbergs ‘ultraloopbijbel’ vond ik veel mooie teksten die inspireerden. En tijdens de laatste etappe, samen met Thomas van Breskens naar Sluis, rakelde goede vriend Arne onder een Instagram-foto een andere mooie tekst op; het (vaak verkeerd geïnterpreteerde) gedicht The Road Not Taken van Robert Frost. Het deed me besluiten dat deze tweede Zeeland-etappe niet het voorgenomen verslag over ‘Water, Bier & Grenspalen’ kreeg. Maar gelukkig is die keuze niet fataal. Ik weet zeker dat ik weer in Zeeland kom dit jaar. Ik weet zeker dat ik met Thomas nog veel grenspalen en bijzondere biertjes wegtik. En ik weet zeker dat ik blijf zoeken naar de grens, vragen en antwoorden. Waarom? Daarom.
The Road Not Taken
Two roads diverged in a yellow wood,
And sorry I could not travel both
And be one traveler, long I stood
And looked down one as far as I could
To where it bent in the undergrowth;
Then took the other, as just as fair,
And having perhaps the better claim,
Because it was grassy and wanted wear;
Though as for that the passing there
Had worn them really about the same,
And both that morning equally lay
In leaves no step had trodden black.
Oh, I kept the first for another day!
Yet knowing how way leads on to way,
I doubted if I should ever come back.
I shall be telling this with a sigh
Somewhere ages and ages hence:
Two roads diverged in a wood, and I—
I took the one less traveled by,
And that has made all the difference